|
|
Onderwerp:
Kadernota
subsidiëring dorpshuizen (199-28)
Voorstel
1. In te stemmen met het inrichten van
begrotingspostsubsidies voor de aangewezen
dorpshuisstichtingen in 7 dorpskernen met ingang van het
begrotingsjaar 2026.
2. In te stemmen met de volgende criteria als kaderstellend
voor de aanvraag en de beoordeling van deze
begrotingspostsubsidies:
a) De begrotingspostsubsidies kunnen aangevraagd worden door
de volgende stichtingen
• Dorpshuis Ilpendam te Ilpendam,
• Dorpshuis Het Trefpunt te Marken
• De Nieuwe Boet te Watergang
• Het Hart van Katwoude te Katwoude
• Dorpshuis Zuiderwoude te Zuiderwoude
• ‘t Schooltje te Uitdam
• De Draai33 te Broek in Waterland
b) Het doel van de subsidie is de openstelling van het
dorpshuis voor maatschappelijke activiteiten. Deze
activiteiten dragen bij aan de realisatie van doelstellingen
van het gemeentelijk sociaal en sociaal-cultureel beleid
(wettelijke basis Wmo): het bevorderen van sociale cohesie,
tegengaan van eenzaamheid, preventie vanuit voorveld,
stimuleren leefbaarheid kernen, behouden ontmoetingsplekken,
huisvesten verenigingen, faciliteren burgerinitiatieven.
c) De beoordeling vindt per dorpshuis plaats op grond van de
specifieke situatie.
d) De criteria, procedure en maximaal aan te vragen bedragen
worden per dorpshuis voor de aanvraagtermijn bekend gemaakt.
e) De maximale bedragen worden per dorpshuis opgebouwd uit 4
delen:
i. Een vaste voet van € 5.000 per dorpskern
ii. Een bedrag van € 0,65 per maand per inwoner (peildatum 1
januari voorafgaand jaar)
iii. Aanvullend bedrag voor dorpshuizen Marken en Ilpendam
in verband met de gedane bestuurlijke toezeggingen uit 2024
dat zij er niet op achteruit gaan
(college in overleg met raad).
iv. Aanvullend bedrag, onder andere voor dorpshuizen in
kernen met minder dan 850 inwoners, te weten Watergang,
Katwoude, Zuiderwoude en Uitdam
f) De subsidies worden jaarlijks conform de
begrotingssystematiek geïndexeerd.
g) De huurbijdrage van de gemeente aan een dorpshuis is
beëindigd alvorens subsidie ingaat.
h) De subsidiabele activiteit is het openstellingsmoment
voor maatschappelijke activiteit (tijdsduur kan variëren).
i) Minimaal 100 maatschappelijke openstellingsmomenten per
kalenderjaar geven recht op maximaal 100% subsidiebedrag.
Bij minder dan 100 openstellingen ontvangt men
verhoudingsgewijs minder subsidie.
j) Aanvrager hoeft niet het volledige bedrag aan te vragen.
k) Aanvrager dient een jaarlijkse aanvraag in voor het
aankomende jaar, voorzien van een begroting en jaarplan, met
daarin het aantal openstellingsmomenten voor
maatschappelijke activiteiten plus toelichting.
l) Aanvrager doet jaarlijks verzoek om vaststelling over het
voorgaande jaar, voorzien van een jaarrekening en
jaarverslag, onder vermelding van het aantal gerealiseerde
openstellingen voor maatschappelijke activiteiten gedurende
dat jaar plus toelichting. Als er minder dan 100 prestaties
zijn geleverd, kan de subsidie evenredig lager worden
vastgesteld.
3. In te stemmen met de inzet van de beschikbare budgetten
onder programmaonderdeel 3.02 Sociale voorzieningen,
taakveld 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie.
Inleiding
In het Coalitieakkoord 2022-2026 staat de volgende ambitie:
‘De positie van de dorpshuizen en de relatie
met ‘De Bolder’ vergt een nadere oriëntatie. Meer
samenwerking is nodig om ook in de kernen buiten
Monnickendam tot een volwaardig sociaal-cultureel werk te
kunnen komen en om tot een oplossing te
kunnen komen voor de financiële problematiek van een aantal
dorpshuizen.’
Gezien hun financiële situatie is het voortbestaan van een
aantal dorpshuizen als locatie voor sociaalculturele en
andere maatschappelijke activiteiten onzeker. Daarom is niet
alleen meer samenwerking en spreiding van het gesubsidieerde
sociaal cultureel werk van belang; ook het behouden van de
dorpshuizen als locatie is essentieel. In 2024 heeft de raad
een scenario gekozen om de ambitie verder
uit te werken: ‘Sociaal cultureel werk aanbesteden en een
deel van de middelen inzetten voor een
dorpshuisfonds (bedrag per inwoner). We schetsen hieronder
de huidige status van deze
samenhangende ontwikkelingen en de impact op de dorpshuizen.
1. Stand
van zaken herijking sociaal cultureel werk
In oktober 2024 besloot de raad om een marktverkenning uit
te laten voeren naar een mogelijke aanbesteding van het
sociaal cultureel werk, dat tot dan toe door stichting De
Bolder werd uitgevoerd. Een betere spreiding en
professionele ondersteuning van sociaal culturele
activiteiten in de dorpskernen was een belangrijk doel. Het
gaat daarbij om buurthuiswerk en het programma KANS (brede
school activiteiten jeugd). Daarnaast was de wens van
stichting De Bolder om het beheer van het dienstencentrum en
sociaal cultureel centrum De Bolder niet langer te beleggen
bij dezelfde stichting, maar bij de gemeente als
gebouweigenaar.
Door het plotselinge besluit van stichting De Bolder om haar
werkzaamheden te stoppen, kwam de herijking eind 2024 in een
stroomversnelling. Stichting WelzijnWonenPlus bleek bereid
om per 1 april 2025 met haar ervaring en netwerk het sociaal
cultureel werk op te pakken, terwijl de gemeente het
gebouwbeheer op zich nam. Zo kon de gemeente de continuïteit
van de activiteiten en openstelling van het gebouw voor de
gebruikers en huurders realiseren. De voorgenomen
marktverkenning sociaal cultureel werk is uitgesteld tot
2027. Op dat moment zal gekeken worden of een aanbesteding
wenselijk is per 2028.
Impact
voor de dorpshuizen
Inmiddels heeft WelzijnWonenPlus met de dorpskernen
gesprekken gevoerd en zijn de eerste sociaal culturele
activiteiten in de dorpskernen opgestart. Er zijn plannen
voor 2026 gemaakt en de resultaten van de samenwerking
zullen de komende jaren steeds zichtbaarder worden in de
kernen.
Begrotingspost De Bolder/Sociaal cultureel werk
Voor
2025 is voor het hele werkpakket van stichting De Bolder €
292.000 subsidie begroot.
Tijdens het eerste kwartaal ontving stichting De Bolder nog
subsidie voor haar brede werkzaamheden; sinds 1 april
ontvangt stichting WelzijnWonenPlus subsidie voor het
uitvoeren van het sociaal cultureel
werk, zij beheert niet het gebouw. Voor de inzet van
stichting WelzijnWonenPlus is subsidie beschikbaar in lijn
met het beoogde budget bij een aanbesteding, (€ 240.000, -
op jaarbasis). De gemeente zet het resterende bedrag (€
52.000 op jaarbasis) in voor gebouwbeheer. In de begroting
2026 is uitgegaan van hetzelfde budget plus indexatie.
2. Stand
van zaken Dorpshuizenfonds
In 2023 en 2024 is samen met de dorpshuizen geïnventariseerd
wat hun wensen en knelpunten waren en wat de samenwerking
met o.a. De Bolder zou kunnen brengen (RID 198-8, RID
106-410, RID 198-9). De behoefte aan transparantie en een
eerlijkere verdeling van steun onder de 7 dorpshuizen kwam
helder naar voren. Vastgesteld is dat er sprake was van
uiteenlopende vormen van financiële steun cq huurbijdragen
aan 4 van de 7 dorpshuizen, met name in de grotere kernen.
In 2024 is bij het vaststellen van de Begroting 2025 €
50.000 extra opgenomen in de begroting specifiek voor de
steun aan dorpshuizen, omdat budgettair neutrale
ondersteuning van dorpshuizen vanuit de begrotingspost De
Bolder/Sociaal cultureel werk niet realistisch bleek. De €
50.000 is structureel opgenomen in de meerjarenbegroting
onder programmaonderdeel 3.02 Sociale voorzieningen,
taakveld 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie.
Achtergrond van de financiële situatie
Bij de verzelfstandiging van dorpshuizen begin deze eeuw
(mede vanuit rijksbeleid) zijn flinke verschillen in de
huisvestingsituatie tussen de dorpshuizen ontstaan. Sommige
stichtingen konden het dorpshuis voor € 1 -met alle lusten
en lasten- kopen van de gemeente, voor anderen bleek alleen
huur mogelijk
van corporaties. De dorpshuizen waren als zelfstandige
organisaties verantwoordelijk voor een gezonde
bedrijfsvoering en dit werd dankzij de inzet van
vrijwilligers en soms ook door uitbesteding aan uitbaters
gerealiseerd.
De dorpshuizen van Marken en Broek in Waterland
(wijksteunpunt De Draai33) ontvangen al geruime tijd
bijdragen van de gemeente voor de huur van een ruimte. De
achtergrond hiervan ligt in hun oorspronkelijke functie als
wijksteunpunt (evenals als overigens in Ilpendam en
Monnickendam).
Omdat Het Trefpunt en De Draai ook als wijksteunpunt
fungeerden, zijn met/voor hen huurovereenkomsten afgesloten
rond 2009 (in samenhang met rijksbeleid met voorwaarde dat
gemeenten zelf gebruik gingen maken van de wijksteunpunten).
Voor De Draai33 huurt de gemeente sinds de nieuwbouw direct
zelf van Woonzorg. Dit contract zal in overleg worden
overgedragen aan De Draai33 en de beheerbijdrage die De
Draai daarnaast ontvangt zal eveneens worden beëindigd.
De dorpshuizen in Ilpendam en Uitdam hebben enkele jaren
terug een beroep gedaan op de gemeente wegens dreigende
grote tekorten. Deze noodkreten zijn middels tijdelijke
huurovereenkomsten gehonoreerd, waarbij de gemeente een
ruimte huurt met de bedoeling deze bijvoorbeeld te gebruiken
als sociaal loket. Dit is echter om diverse redenen niet
goed van de grond gekomen.
De financiële krapte is bij de meeste dorpshuizen de
afgelopen 5-6 jaar groter geworden. Door coronasluitingen en
algehele kostenstijgingen zijn de reserves flink
aangesproken en kan een kleine tegenslag al voor problemen
zorgen. De dorpshuizen willen hun kosten graag verlagen door
het gebouw te verduurzamen, maar dit vraagt om grote
investeringen. De dorpshuizen van Watergang, Zuiderwoude en
Katwoude fungeren vooralsnog zonder gemeentelijke steun,
maar hebben kwetsbare begrotingen en weinig reserves.
Subsidie
voor dorpshuizen met ingang van 2026, transparant en
rechtmatig
Om te komen tot een transparante en rechtmatige
ondersteuning van alle 7 genoemde dorpshuizen voor
maatschappelijke doelen, stelt de raad een subsidiebudget
beschikbaar dat deels bestaat uit de huidige huurbedragen.
De raad is in oktober 2024 op de hoogte gebracht van de
voornemens om de
bestaande huurovereenkomsten te beeindigen (RID 98-12 en
198-21), opdat deze bedragen kunnen worden toegevoegd aan
het subsidiebudget. Zoals hierboven geschetst is de
gemeentelijke sociale loketfunctie (Wmo loket) in de
gehuurde ruimten niet goed van de grond gekomen en is huur
niet meer relevant. Met de subsidie worden doelstellingen
van sociaal en sociaal cultureel beleid nagestreefd.
De 4 betreffende dorpshuizen kunnen pas vanaf de datum
huurbeëindiging een beroep doen op de subsidie omdat de
bekostiging van subsidie mede zal plaatsvinden vanuit
vrijgevallen huurbijdragen. Aan Marken en Ilpendam is
bestuurlijk toegezegd dat ze er qua hoogte bijdrage niet op
achteruit zullen gaan.
Een aandachtspunt is de jaarlijkse indexatie die onderdeel
is van de overeenkomsten met De Draai33/Woonzorg en Het
Trefpunt op Marken. Om de toezegging meerjarig na te leven
is een jaarlijkse indexatie (volgens gemeentelijk beleid)
van de 7 subsidieposten deel van het voorstel.
De raad stelt aldus € 139.073 beschikbaar voor de
ondersteuning van de 7 dorpshuizen, jaarlijks te indexeren.
In verband met te maken afspraken over de einddata van de
vrijvallende huren komt daarvan € 89.073 gefaseerd als
subsidie beschikbaar. Afhankelijk van de einddatum huur
ontvangen deze
dorpshuizen een deel van het jaar huur en een deel subsidie.
Het extra budget van € 50.000 is al beschikbaar. Beide
budgetten zijn structureel opgenomen in de begroting onder
programmaonderdeel 3.02 Sociale voorzieningen, taakveld 6.1
Samenkracht en burgerparticipatie. Uitgebreid onderzoek,
juridische en beleidsadviezen en gesprekken met de
dorpshuizen hebben tot dit voorstel geleid. Tijdens de
raadsinformatieavond 11 november 2025 heeft de raad
aangegeven in deze gebruik te willen maken van zijn
kaderstellende rol.
Argumenten
1.1 Het voorstel ondersteunt het ingezette beleid
De openstelling van het dorpshuis voor maatschappelijke
functies draagt bij aan het gemeentelijk
beleid. Het sociaal beleid is gericht op het versterken van
de sociale basis in de gemeente, de spreiding
van het aanbod daarvoor en aan het stimuleren van de
leefbaarheid in de dorpskernen. Door de
dorpshuizen open te stellen en te behouden voor ontmoeting
en verbinding tussen bewoners van alle
leeftijden, voor verenigingen, burgerinitiatieven en overige
maatschappelijke activiteiten, dragen de
dorpshuizen bij aan een goed gespreid, actief en preventief
voorveld.
1.2 Begrotingspostsubsidie als enige mogelijke vorm
Uit onderzoek en advisering komt naar voren dat er geen
alternatieve subsidieringvorm of
subsidieregeling mogelijk is anders dan de
begrotingspostsubsidie.
Op grond van de conclusies van uitgebreid onderzoek naar de
dorpshuizen, naar andere gemeenten en
juridische advisering is de begrotingspostsubsidie de enige
rechtmatige subsidievorm voor het
gewenste doel, het subsidiëren van de dorpshuizen in de 7
dorpskernen.
2.1 Het voorstel draagt bij aan een transparante verdeling
van gemeentelijke subsidie voor dorpshuizen
Het voorstel maakt het aanvragen van gemeentelijke subsidie
voor het openstellen van de dorpshuizen
mogelijk voor de 7 dorpskernen. De 7 dorpshuizen zijn uniek
in hun functie in de betreffende kern.
2.2 Door de dorpshuizen subsidie te verlenen via de
begroting kan op maat worden beschikt en beoordeeld
Onderzoek naar en met de dorpshuizen levert een zodanig
divers beeld op dat een algemene
subsidieregeling juridisch uitgesloten is. De grote
verschillen in functies, grootte van gebouw en
inwonertal, al dan niet commerciële inkomstenbronnen,
eigendom, beheer en exploitatie, staat van het
gebouw, kosten en baten maken een eenduidige beoordeling en
honorering van aanvragen onmogelijk.
Ook zijn er toezeggingen aan enkele dorpshuizen gedaan
waarmee rekening gehouden moet worden.
Bovendien is het van belang om met dorpshuizen met
commerciële activiteiten goede afspraken te
maken ter voorkoming van staatsteun en
concurrentievervalsing. Een begrotingspostsubsidie maakt
transparantie en maatwerk mogelijk.
2.3 Met de criteria wordt het kader voor subsidiering voor
langere tijd helder vastgelegd
De beschreven criteria maken helder wie waarvoor subsidie
kan krijgen. De subsidie is bedoeld om
minimaal 100 maatschappelijke openstellingen te realiseren
per jaar. De meeste dorpshuizen voeren
een mix uit van niet-commerciële, para-commerciële en
commerciële activiteiten; inkomsten zijn van
belang om de exploitatie kosten te dekken. De dorpshuizen
zijn en blijven verantwoordelijk voor een
gezonde bedrijfsvoering; de subsidie mag echter niet leiden
tot staatssteun of concurrentievervalsing
door inzet voor commerciële activiteiten.
2.4 Financiële compensatie kleine kernen voor dure eerste
openingsuren
Kleine kernen ontvangen op basis van hun inwonertal een
aanzienlijk lager bedrag dan grotere kernen,
terwijl hun gebouwkosten (voor de openstelling in beginsel)
relatief net zo hoog zijn als in grotere
kernen. Het openhouden van vaak de laatste ontmoetingsruimte
in een kleine kern is van belang voor
de sociale beleidsdoelen. Om dit mogelijk te maken is
gekozen voor een aanvullend bedrag voor kernen
met minder dan 850 inwoners.
2.5 Voorwaarde voor subsidie 4 dorpshuizen is dat de
huurovereenkomst is beëindigd.
Subsidie is gericht op het realiseren van maatschappelijke
doelstellingen en activiteiten, huur is dat niet.
Om alle historisch gegroeide verschillen nu te vereffenen,
krijgen de 4 dorpshuizen met
huurovereenkomst ieder de kans om subsidie aan te vragen
voor dezelfde sociale doelstelling, na
beëindiging van de huurovereenkomst en beheerbijdrage.
De bestaande overeenkomsten worden in goed overleg op maat
besproken en zo spoedig mogelijk
beëindigd. Deze budgetten komen beschikbaar als subsidie.
Afhankelijk van de datum van beëindiging
huur wordt subsidiering mogelijk in 2026 en uiterlijk per
2027 (aanvraag voor 1 april 2026). In dat
laatste geval loopt de huur door tot 1-1-2027.
Kanttekeningen
1.1. Termijn van aanvragen voor 2026 en 2027 is (te) kort;
Het college zal hierbij coulance betrachten, gezien de korte
aanvraagtermijn voor aanvragers, zowel
voor 2026 als voor 2027. Zij kan dit doen op basis van de
hardheidsclausule 4.23 in de ASV. De subsidie
voor dorpshuizen met lopende overeenkomsten wordt in overleg
gestart uiterlijk 1-1-2027.
1.2 De bijdrage van € 50.000 is structureel noodzakelijk
In bijlage 3 bij de begroting 2025 is de extra bijdrage voor
het dorpshuizenfonds verwerkt. In dit
overzicht staan de jaren 2025 tot en met 2028 toegelicht.
Dit suggereert dat de bijdrage voor vier jaar in
de begroting is opgenomen. In werkelijkheid is de bijdrage
structureel verwerkt. Bovenstaande regeling
kan ook niet uitgevoerd worden voor vier jaar. De
dorpshuizen, zeker de dorpshuizen met
huurcontracten moeten voor langere termijn duidelijkheid
hebben over de financiering. Aangezien de
ingangsdatum voor een of meerdere dorpshuizen (gezien de
opzeggingstermijnen) mogelijk pas eind
2026, begin 2027 zal plaatsvinden, is een financiering tot
en met 2028 ook niet haalbaar.
Financiële
toelichting
In onderstaande tabel zijn de maximale bedragen voor 2026
aangegeven op basis van de rekenmethode onder punt 2.e. De
dekking is ook aangegeven; er is sprake van een positief
saldo van € 8.763.
|
|