|
|
De buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) is een belangrijke
partner om te zorgen voor een leefbaar en veilige omgeving.
Door veranderingen in de samenleving is het noodzakelijk om
te zorgen voor nog betere inzet van buitengewone
opsporingsambtenaren. “Na een grondige analyse heb ik
besloten om het boa-bestel aan te passen door te houden wat
goed werkt en te verbeteren waar het knelt”, aldus minister
van Justitie en Veiligheid Foort van Oosten.
Minister
Foort van Oosten (JenV): “De boa heeft tegenwoordig een
onmisbare en belangrijke rol in het veilig houden van
bijvoorbeeld onze wijken (gemeentelijke boa), het openbaar
vervoer (ov-boa) en ook in natuurgebieden (groene boa). Het
werken in steeds wisselende omgevingen, tijdstippen,
locaties, dynamiek en sfeer maakt het werk als boa
aantrekkelijk, maar soms ook onvoorspelbaar. Dat vraagt om
duidelijkheid over taken, bevoegdheden en uitrusting die bij
het werk van een opsporingsambtenaar horen en van de
werkgevers gevraagd mag worden.”
Veranderingen
De
belangrijkste veranderingen in
het nieuwe boa-bestel zijn dat de taak van de boa wordt
verankerd en dat zij naast het opsporen van strafbare
feiten, straks ook strafbare
feiten kan voorkomen en beëindigen door mensen uit elkaar te
halen of weg te sturen.
Hierdoor kunnen zij ook optreden wanneer er niet direct een
boete of proces-verbaal moet worden opgemaakt. De
bevoegdheden zijn nu geclusterd in 6 verschillende domeinen.
Een aantal van deze domeinen worden samengevoegd, zodat 1
boa tegen meer strafbare feiten kan optreden. Dit beperkt de
handelingsverlegenheid en biedt werkgevers meer
flexibiliteit in de dagelijkse inzet.
De werkgevers worden meer dan nu mede-eigenaar van de
kwaliteit en rechtmatigheid van het werk van de boa’s die
bij hen in dienst zijn. Een neutrale uitstraling van het
boa- uniform hoort daarbij.
Uitrusting boa’s
Het is belangrijk dat de
uitrusting van de boa past bij de taak die de boa uitvoert
en bij de omstandigheden waarin die taak wordt uitgevoerd.
De
standaarduitrusting
gaat bestaan uit een portofoon
en handboeien.
Zo kan gecommuniceerd worden met collega’s en de politie als
die de taak over moet nemen. Een
eventuele aanvullende
uitrusting wordt mogelijk gemaakt en kan bestaan uit een
bodycam,
steek- of kogelwerend vest.
Als het noodzakelijk
is kan een boa onder voorwaarden uitgerust worden met een
korte wapenstok
en pepperspray.
Deze aanvullende uitrusting is ervoor om de boa te
beschermen tegen gevaarlijke situaties. Het uitgangspunt
blijft dat de boa zich in dergelijke situaties terugtrekt en
zich niet actief mengt in gevaarlijk situaties. De politie
beschikt in dit soort situaties over doorzettingsmacht en
‑middelen. Het vuurwapen behoort niet tot de algemene
aanvullende uitrusting. Alleen een
groene boa
kan onder strikte voorwaarden uitgerust zijn met een
vuurwapen.
Bijvoorbeeld in het geval dat de politie op een te grote
afstand van zijn werkveld is.
Knelpunten
Uit de gespreken met het veld is een aantal knelpunten naar
voren gekomen. Zo is er geen eenduidig beeld bij de taak van
de boa in de politiefunctie binnen de maatschappij. Er is
sprake van handelingsverlegenheid door beperkte
bevoegdheden, verschillende verwachtingen en zijn er
onduidelijkheden over de aanvragen van geweldmiddelen. Ook
hebben de boa’s geen of zeer beperkte toegang tot
informatiesystemen waardoor eigenstandige taakuitvoering
wordt beperkt. Deze knelpunten worden de komende periode
stapsgewijs opgelost.
Rol van de boa
Een boa is een volwaardige partner, met een eigen taak
binnen de politiefunctie. Het werk richt zich op het
leefbaar en veilig houden van de omgeving en is
aanspreekpunt voor inwoners en ondernemers. De boa heeft een
belangrijke signaalfunctie richting politie en openbaar
bestuur en treedt op bij overlast, verstoring van de rust en
gedrag dat het maatschappelijke verkeer schaadt of bedreigt.
Zo mag de boa met de opsporingsbevoegdheid verdachten
aanhouden, iemands identiteit controleren, processen-verbaal
opmaken en boetes uitschrijven.
De veranderingen gaan stapsgewijs in om het nieuwe stelsel
volledig ingevoerd en operationeel te hebben in 2028.
|
|